ARAUCARIA ARAUCANA

 Araucaria araucana

De Araucaria ( Slangenden ) groeit van nature in het Andesgebergte in het zuiden van Chili en Argentinië ( Patagonië ). De indianenstam ( Araucaniërs ) uit de provincie Arauco eten de zaden uit de vrouwelijke kegels. Door houtkap is de wilde populatie sterk uitgedund, houtkap is nu verboden. De Araucaria is een bedreigde boomsoort en is opgenomen in de wet: ”Bedreigde Uitheemse Plant en Diersoorten ( CITES )”. De Slangenden is een krokodil onder de bomen, zij bestaat al miljoenen jaren ( vroege Jura ) en is een levend fossiel. Ooit stonden zij over de gehele Andes en Rocky Mountains. De versteende stammen in het beroemde National Park Petrified Forest in Arizona ( USA ) zijn voornamelijk Araucaria’s.

Beschrijving 

De jonge bomen hebben takken over de gehele stam, deze zijn bedekt met leerachtige driehoekige naalden die elkaar grotendeels overlappen en scherp zijn. Oude bomen hebben alleen aan de top van de boom nog een kruin van takken. De boom is tweehuizig, er zijn mannelijke en vrouwelijke exemplaren. Het verschil tussen mannelijk en vrouwelijk is alleen te zien aan de kegels. Mannelijke kegels staan vaak in clusters en zijn langgerekt. Vrouwelijke kegels zijn bolvormig, ze kunnen zo groot worden als een kleine voetbal, hierin bevinden zich de zaden.

 

 

WOLLEMIA NOBILIS

 Wollemia nobilis 

De Wollemia nobilis ( Juraden ) is in 1994 vernoemd naar de ranger David Noble, die deze soort in de Australische wildernis van de Blue Mountains heeft ontdekt. De boom was voorheen alleen bekend van fossiele vondsten, en werd als uitgestorven beschouwd. De ontdekking van levende Wollemia’s ( minder dan honderd exemplaren ) is dermate uniek dat het, “ vergelijkbaar is met het vinden van een levende dinosauriër” ( BBC presentator David Attenborough ). Deze bijzondere bomen stammen uit het Jura tijdperk ( 180-200 miljoen jaar geleden ). “Wollemi” is een naam die afgeleid is van het Aboriginal woord dat , “kijk om en pas op“ betekent. 

Beschrijving 

De Juraden heeft blauwgroene tot donkergroene naalden die samen op een veer lijken. De nieuwe scheuten hebben een prachtige koperbronzen kleur die na verloop van tijd verkleuren naar donkergroen. De boom is “meerstammig”, hij zal vanzelf, bij het ouder worden, meerdere stammen vormen. In hun natuurlijke omgeving kunnen Wollemia’s heel groot en hoog worden, bij ons in Europa echter niet hoger dan 5 á 6 meter. De boom is éénhuizig, hij draagt zowel mannelijke als vrouwelijke kegels. De mannelijke kegels zijn langgerekt en worden 10cm lang en 2cm breed. De vrouwelijke kegels zijn bolvormig, ze worden ongeveer 12cm in doorsnede. Wollemia nobilis behoort tot het geslacht Araucaniacea, waartoe ook Araucaria araucana ( Slangenden ) behoort. Het is een groep primitieve naaldbomen ( Coniferen ), waarvan de meeste soorten zijn uitgestorven.

 

 

SCIADOPITYS VERTICILLATA

  Sciadopitys verticillata 

De Sciadopitys (Japanse Parasolden ) is endemisch in het zuiden van Japan, waar hij voorkomt in de bergen van de eilanden Honshu, Shikoku en Kyushu. In Japan wordt hij ook wel “Koyamaki” genoemd. De boom behoort tot de familie Sciadopityaceae, en heeft geen naaste verwanten, hij is een levend fossiel. Er zijn al fossielen gevonden van 230 miljoen jaar geleden. Sciadopitys komt van het Griekse woord “skias”, wat scherm betekent, het woord “pitus”betekent den. 

Beschrijving

De boom heeft loten die klein en schubachtig zijn, hieromheen staan kleine , dunne naalden. De naalden staan in grote schijnkransen rondom de twijgen, zijn leerachtig en glanzend groen, diep gespoord. Het zijn eigenlijk dubbele naalden, die aan elkaar gegroeid zijn. De takken zijn kort , omhoog gebogen en spreiden zich uit. De boom is éénhuizig, dus zowel mannelijk als vrouwelijk. De vrouwelijke kegels zijn cilindrisch van vorm en kunnen in grootte verschillen ( van 4,5 tot 10cm ). Het duurt wel een paar jaar voordat de vrouwelijke kegels volgroeid zijn. De mannelijke kegels hangen in dichte groepjes en worden 0,5 tot 1,5cm lang.

 

 

CUNNINGHAMIA LANCEOLATA

 Cunninghamia lanceolata 

De Cunninghamia lanceolata ( Chinese dolkspar ) is een bij ons een weinig bekend en zeer oud geslacht die stamt uit China. In zijn thuisland is het hout van deze boom het hoogst gewaardeerd van alle houtsoorten. Dit komt doordat het gemakkelijk te bewerken is, een aparte geur heeft en bovendien niet rot. Het wordt veel gebruikt om doodskisten van te maken, maar ook voor scheepsmasten en in de huizenbouw. Tussen 1701 en 1703 heeft de Engelse arts en botanicus James Cunningham, in dienst van de East India Company, de ( naar hem vernoemde ) soort naar Europa gebracht. De tweede naam “lanceolata” komt van Sir Lancelot, de beroemde Ridder van de Ronde tafel, en rechterhand van de legendarische Koning Arthur. Tijdens afwezigheid van laatstgenoemde werd Lancelot verliefd op de vrouw van de koning, de mooie Guinevere. Dit verraad wordt nog altijd gezien als een “dolksteek” in de rug van de koning. De naalden van de Cunninghamia lanceolata hebben de vorm van de dolk.

Beschrijving

De Chinese dolkspar is vrij slank, kegelvormig, kan meerstammig zijn en heeft een exotische uitstraling. De boom is éénhuizig, hij draagt zowel mannelijke als vrouwelijke kegels. De mannelijke kegels zitten in clusters van meestal drie of meer bij elkaar. De vrij ronde vrouwelijke kegels hebben een diameter van ongeveer 4cm. De naalden zijn donker blauwgroen, 50 bij 4mm, leerachtig en scherp gepunt ( dolkvormig ). De oudere naalden en takken kunnen geel tot oranje worden, voordat zij van de boom vallen. Dit is geen teken dat de bomen niet gezond zijn, het is het beeld van normale groeiwijze waarbij naalden/takken na 4 á 5 jaar worden afgeworpen. Ook bij verwante geslachten Cryptomeria, Sequoia en Sequoiadendron gebeurt dit en verder elke herfst bij de niet wintergroene familieleden Metasequoia en Taxodium. De eerste indruk van de boom is een fijn uitgevoerde Araucaria araucana, maar daaraan is de plant niet verwant.

 

 

Houd mij op de hoogte via onze nieuwsbrief
Omdat er voor kwaliteit geen alternatief is!